Blog: De deur eruit 16 maart 2017 - Fred Dingelhoff
'Ondanks het lawaai ligt de verdachte nog steeds stil in zijn bed. Ik ga snel naar binnen, gevolgd door mijn collega's. We roepen luidkeels 'Politie!'. Pas als we bij het bed van de verdachte staan, schrikt hij op. Hij vliegt naar het voeteneind van het bed, met schrik en verbazing in zijn ogen.' Fred Dingelhoff vertelt hoe hij met zijn collega's een verdachte van zijn bed licht. Ze verrassen hem door de deur eruit te bonken.
We hebben een instap en zoeking gepland in de woning van een 'kruimelcrimineel'. Hij heeft mogelijk een illegaal wapen in zijn bezit. Binnen het team waar ik werk, heb ik de neventaak om het illegale wapenbezit binnen ons werkgebied aan te pakken. Ik krijg geregeld meldingen over mensen die in het bezit zouden zijn van een wapen. Zo ook over deze man, die een bekende van ons is.
In overleg met de teamleiding wordt besloten om de instap te doen in de vroege ochtend. Ik ben belast met het regelen, plannen en voorbereiden. De avond voor de geplande actie rijd ik nog even langs het verblijfadres van de verdachte en zie dat zijn voertuig niet bij de woning staat.
Op de ochtend van de actie ben ik al vroeg onderweg naar het bureau. Omdat de auto gisteravond niet bij de woning stond, besluit ik om nogmaals langs te rijden. Tot mijn schrik zie ik dat de auto van onze verdachte nog steeds niet bij de woning staat.
Ik rijd door naar het bureau en maak toch mijn voorbereidingen voor de actie af. Op het moment dat de chef van dienst het bureau binnenstapt, leg ik hem het probleem voor. In onderling overleg besluiten we toch door te gaan met de voorbereidingen. Langzaam druppelen de collega's binnen die ook deelnemen aan deze actie. Na de briefing stappen we in onze voertuigen en rijden we naar de woning van de verdachte. Daar zie ik tot mijn grote opluchting dat de auto van de verdachte nu wel bij de woning staat.
Een collega pakt 'de bonk' (stormram, red.) uit het dienstvoertuig en we lopen richting de woning. De man woont in een appartement op de begane grond van een flatgebouw, makkelijk te bereiken. Door het raam van de voordeur zien we een bed staan waarop de verdachte ligt.
Omdat we bang zijn dat de man vlucht, besluiten we direct tot actie over te gaan. Mijn collega haalt de bonk aan en plaats hem met veel kracht op de voordeur, waardoor de ruiten eruit klappen. Het kozijn geeft echter nog geen krimp. Zo haalt mijn collega nog twee keer flink aan en de deur springt open.
Ondanks het lawaai ligt de verdachte nog steeds stil in zijn bed. Ik ga snel naar binnen, gevolgd door mijn collega's. We roepen luidkeels 'Politie!'. Pas als we bij het bed van de verdachte staan, schrikt hij op. Hij vliegt naar het voeteneind van het bed, met schrik en verbazing in zijn ogen.
De huurder van de woning, een andere man, is ook een bekende van ons. We weten dat we daar weinig van te vrezen hebben. In de woonkamer zien we hem staan, stijf van de zenuwen en strak tegen de muur. Hij heeft het lawaai kennelijk wel gehoord. We hebben al snel alles in de woning onder controle.
Nadat onze verdachte is geboeid en afgevoerd naar het bureau, doorzoeken we de woning. Binnen een paar minuten hebben we het wapen van de verdachte al gevonden. Het zit verstopt in de binnenzak van zijn jas, die aan de kapstok hangt. Het blijkt te gaan om een alarmpistool, zonder patronen in het magazijn.
Ik ben blij dat het vuurwapen zonder verder incidenten in beslag kan worden genomen. Ik heb tal van dit soort acties verricht en elke keer weer ben je gespannen als je tot actie overgaat. Je weet immers nooit van te voren wat je te wachten staat. Je gaat ergens naar binnen, waar waarschijnlijk een vuurwapen ligt. Zo'n wapen kan altijd tegen je worden gebruikt.
Onze verdachte wordt uiteindelijk veroordeeld voor het 'voorhanden hebben van een vuurwapen' en staat nu ook als zodanig geregistreerd in de politiesystemen. Wanneer collega's, waar dan ook in het land, hem controleren, krijgen ze deze informatie door en
kunnen ze hem extra voorzichtig benaderen.